vrijdag 17 december 2010

naamloos gedicht (jeugdwerk)

De obelisk van de zon
en de pyramide van de maan
zetten de hemelen af
de wereldhanden zijn vol druppels
en hoog de toppen van de bomen.
In de wolken van de wind zijn vogels
die geen ogen hebben maar stenen
in de wolken van de wind zijn bloesems
die onplooibaar en van staal zijn
in de wolken van de wind is een mens
die zijn schaduw ondervraagt.
In de tuinen van het land
leven grote monsters
die niet spreken met elkaar.
En als de wereld smelt
zal de zon alleen zijn met de maan
ook zij zullen niet spreken
maar woordeloos begrijpen.
In de wolken van de wind leeft een verhaal
dat steeds zichzelf vertelt.


1966.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten