maandag 13 december 2010

Gedenkschrift uit de binnendag

Rijd mee op mijn boombladwolk
en imiteer er niemand
vertel me een verhaal vanop de duozit
terwijl japanse bloesems uit je oog verwaaien
schrijlings op een tak gezeten rijdt een held
tot diep in de maan vol seringen
waar hij een pareltje vindt om op te zuigen
- met een zacht gelaat van tijd erin.

Een huis in de winderige zon
met fantastisch onbekende bewoners
parelend blootvoets sluip ik voorbij
en ontsluit de deuren niet
misschien word ik ontgoocheld binnen.

Jij met je bebloemde jas en je handtastelijke vader
met je tientallen sigaretten en je angst
met je vluchtig-wentelende misrekeningen
en je engelachtige smeekbeden
en het paaslam van je oog.

Ik besteed mijn adem aan een vloek
en duik in het meer van verademing
om even dood te zijn en dan weer plichtsgetrouw.

In jouw eiland woont een langvervlogen geest
leeft een droesem van parabels
waar kristalogen in zichzelf de toekomst lezen
ik waarde er onwennig rond
en droomde me zoals ik ben.

In een waterval
hervindt mijn oor
voorbije tijden van je oog
je irissen en wimpers
waarmee je lang geleden
mijn lichamen bekeek.


1968.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten