donderdag 20 januari 2011

Een bezoek aan de schrijver John Blofeld in Bangkok.

Vandaag een bezoek gebracht aan John Blofeld.
Hij betrekt een zeer gezellig geprefabriceerd Thai-stijl houten huis in een zijstraat van Rama IV Road, één van de hoofdverkeersaders van Bangkok.
We hadden een afspraak rond 11 uur 's ochtends en toen we afscheid namen was het al halfvijf in de namiddag. Een uitgebreid bezoek dus, en een levendige conversatie zonder vervelende stiltes of hiaten.
Ik schat Blofeld rond de zestig. Hij zei dat hij onlangs op pensioen gegaan was (I retired). Hij is vrij groot, lichtjes kalend met borstelige wenkbrauwen en een wilskrachtige kop, zijn stem is heel zacht en innemend en hij neemt zijn tijd als hij spreekt. Het onthaal was zeer gastvrij; dadelijk thee en nadat we enkele uren gepraat hadden werden we meteen ook op een lunch vergast. Noedels en gebakken rijst met warme Chinese likeur en ijsgekoelde koffie, daarna een groene pudding-achtige zoetheid die beter smaakte dan ze eruitzag.
Een zeer onderhoudend man met uiteenlopende interesses die echter ook het luisteren niet verleerd had. De kamers zeer smaakvol ingericht met thanka's (Tibetaanse religieuze rolschilderingen op zijde of doek), beelden, Tibetaanse tapijten, Japanse tekeningen, Chinese meubelen en vazen. Hij vertelde over het nieuwe college in Oelan Bator waar monniken worden opgeleid voor Mongolië en de Boeriat Sovjet-republiek. Ook over de schrijnen die men nog in elk Mongoolse huis (of yoert) aantreft. Op het altaar zie je daar vaak een boeddhabeeld(je) met daarnaast misschien een foto van Lenin. Ook hoe blij de mensen daar zijn met het kleinste boeddhabeeldje, al is het van plastic. Het boeddhisme is ginds blijkbaar helemaal niet uitgestorven.
Lama Anagarika Govinda (een kenner en exegeet van het Tibetaanse boeddhisme) was de vorige week nog bij Blofeld op bezoek geweest. Na lang aandringen van westerse volgelingen had de lama een LSD-trip genomen en dit was hem zuur opgebroken.
Blofeld vertelde ook dat er blijkbaar nog één taoïstisch klooster bestaat in Zuid-Korea waar de traditie nog volledig gevolgd wordt. Hijzelf had tot dan toe geloofd en ook geschreven dat het taoïsme volledig uitgestorven was vandaag.
Hij vertelde ook over een Engelse vriendin van hem, die boeddhistische non is, en die enkele jaren geleden in een huis in Dalhousie (Noord-Indië) logeerde dat vol naljorpa's (een uitgestorven gewaand soort Tibetaanse yogi's) zat. 'sNachts werd ze opgeschrikt door voortdurend gebons. Dit bleek het geluid te zijn van de in lotuszit op en neer wippende adepten die de meditatie beoefenen die tot levitatie zou leiden. Dus de naljorpa's bestaan nog, ook buiten Tibet. Hij nam aan dat ze daar in Dalhousie waren enkel gedurende de moesson, daarna verdwenen ze waarschijnlijk voor de rest van het jaar in de jungle.
Hij gaf me ook tips over pelgrimsoorden in Japan, waarnaar ik op weg was, en enkele wats (kloosters) in Noord- en Zuid-Thailand die een bezoek zeker waard zouden zijn.
De Nyingmapa's (de tweede oudste Tibetaanse sekte) visualiseren Dorje Sempa (een Tibetaanse godheid) blauw, ook voor de grote zuiveringsrite, terwijl de andere sekten wit gebruiken. Dit is erg technisch maar wie zich traint in het Tibetaans boedhisme moet 4 reeksen van 100.000 meditatie-oefeningen doen waarvan de tweede de Dorje Sempa-zuiveringsmeditatie is, vandaar de vermelding van dit voor een beoefenaar niet onbelangrijk detail.
John Blofeld toonde ons ook zijn altaarkamer met een verbluffende stoepa. De foto ervan staat ook in zijn bekende boek The Way of Power, over Tibetaans boeddhisme. De stoepa is een kleine 50 cm hoog en totaal verguld, terwijl de maan en bindoe bovenaan wit en rood zijn. Deze stoepa was aan een Tibetaan die naar India vluchtte toevertrouwd door een rijke familie die niet wou dat het kostbare kleinood in handen van de Chinezen zou vallen. De Tibetaan die hem meedroeg had opdracht gekregen hem gratis weg te geven aan de eerste persoon die ervoor geschikt leek. Deze uitverkorene moest aan verschillende voorwaarden voldoen: de stoepa mocht niet in een openbare tempel eindigen maar moest in een privaat schrijn komen te staan waar elke dag poeja (gebedstonde) gedaan werd, hoewel deze poeja zelfs niet noodzakelijk boeddhistisch hoefde te zijn. De stoepa mocht ook nooit verkocht worden en moest later nagelaten worden aan iemand anders die aan dezelfde voorwaarden zou willen voldoen.
In deze kamer hingen ook nog enkele interessante thanka's en schilderingen. Vooral een kleine chali (oningekaderde mini-thanka voor in een gebedsdoos (gahoe) die door Tibetanen aan de broeksriem of gordel wordt gedragen) van werkelijk uitzonderlijke kwaliteit trok mijn aandacht. Blofeld had deze reeds zolang (méér dan 30 jaar) in zijn bezit dat hij vergeten was waarvandaan hij kwam. Er hing ook een eigenaardige Koreaanse "charm" in rood papier (40 op 50 cm) waarin allerlei gezichtjes in rijen uitgesneden waren, zodanig dat ze alleen nog bij de nek vastzaten. Wat het juist was wist ook Blofeld niet echt.
Voor het altaar bevond zich ook een Chinees houten blok met klopper: het Chinees is een éénlettergreppige taal zodat men bij het reciteren van soetra's bij elke lettergreep een tikje geeft.
Hoog boven het altaar, bijna tegen de zoldering hing een Dorje Sempa yab-yum (d.w.z. in sexuele vereninging in lotuszit met zijn vrouwelijke tegenhanger). Hij was moeilijk duidelijk te onderscheiden. Dit was met opzet gedaan vermits er veel Thais op bezoek kwamen die helemaal niets met tantrisme te maken willen hebben. In het theravada-boeddhisme is geen plaats voor de transformatie van de sexuele energie via yab-yum en ze vinden mahayana-boeddhisten sowieso al extreem genoeg. Blofeld had ook alle afbeeldingen van "wrathfulls" (de zogenaamde "boze" goden die dansen op lijken of bloed drinken uit schedels e.d. Dit zijn transformatie-krachten die veelvuldig gevisualiseerd worden in het Tibetaanse boeddhisme) doelbewust verwijderd om discussies en misverstanden te vermijden. In verband met dit wantrouwen en onbegrip tegenover mahayana was het voor Blofeld de stelregel dat een mahayana-boeddhist, en zeker een tantrist, zich in theravadinlanden onopvallend moet gedragen zonder aanstoot te geven (dat dit makkelijk gebeurt zou ik enkele weken later ervaren bij een door Blofeld aangeraden bezoek aan het Noord-Thaise wat Oumong). In dat verband betwijfelde hij ook of alles wat Chögyam Trungpa momenteel in de States uithaalt in zijn geheel gezien wel zo bevorderlijk is als we de situatie beschouwen als die van een vreemde godsdienst in een nieuw land waar men er vooral moet voor zorgen geen voedsel te geven aan latente vooroordelen. Toch lachte Blofeld hartelijk toen hij de anecdote vertelde van Allen Ginsberg en Baba Ram Das die na een dronken nacht met Trungpa respectievelijk geschoren en geknipt ontwaakten.
Het hele bezoek verliep in een zeer serene sfeer. Deze man had in zijn ogen iets van die totale vriendelijkheid die ook uit de ogen van de grote rinpoche's (Tibetaanse hoge lama's) straalt, de zachteid van het mededogen.
John Blofeld heeft een aangenomen Thai dochter van dertien jaar. Als dat niet het geval was geweest had hij zich liefst een kleine cottage gebouwd nabij Samye-Ling (een Tibetaans centrum nabij Lockerbie in Schotland) om daar zijn oude dag te slijten en het na zijn dood aan Samye Ling te schenken. Hij wil het Thai-meisje echter niet uit haar vertrouwde milieu wegrukken om er een halve Engelse van te maken, dus blijft het Thailand voor hem.
Hij sprak ook zijn bezorgdheid uit over het feit dat mahayana tegenwoordig al eens gepresenteerd wordt ( en dat door sommige lama's zelf) als een stelsel van moraliteit. Dit heeft voor sommige westerlingen die nog vers uit de christen-dualiteit komen soms zeer vreemde geestestoestanden voor gevolg. Zo nemen ze bijvoorbeeld geloften om pas later te beseffen wat ze inhouden en dan weer af te glijden in oude schuldgevoelens en dergelijke.
Toen we uiteindelijk terug op de drukke Rama IV Road stonden besefte ik dat dit één van de boeiendste bezoeken was geweest die ik ooit bij iemand had afgelegd.



11/1/1975. John Blofeld (1913-1987) was een Engelse schrijver die vooral taoïsme, Chinees en Tibetaans boeddhisme behandelde en op die vlakken ook als authoriteit gold. Zijn autobiografie The Wheel of Life
is een aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten