donderdag 16 juni 2011

Lijkrede voor ex-schoonvader Frans Verstraeten

Dit is het verhaal van Frans Verstraeten, "de schone Frans", die gaandeweg "den bompa" werd.
Vreemd genoeg is dit zijn twééde dodenmis. Bij het begin van de oorlog was hij, als zeventienjarige, zoals zovele anderen, naar Frankrijk gevlucht. Wij herinneren ons nog zijn wijdlopige verhalen over Perpignan en omgeving. Later kwam hij terug naar België, waar hij 3,5 jaar nadien opgevorderd werd om te gaan werken in Duitsland. Na een eerste verblijf daar is hij op verlof hier ondergedoken en heeft lang voor iedereen, zelfs zijn naaste familie, verborgen gezeten. Om toentertijd het prentje volledig geloofwaardig te maken werd voor hem een echte dodenmis opgedragen, dus is het vandaag effectief zijn tweede keer.
Frans zijn vader stierf jong dus moest hij als veertienjarige al uit werken gaan als bakkersgast te Berchem. Daarnaast was hij graag in de weer op het veld want hij hield van de natuur en al wat groeit en bloeit. Na de oorlog, toen hij van de herwonnen vrijheid genoot na het penibele onderduiken, kwam hij bij een bioscoopbezoek in Boechout, Julia tegen die de vrouw van zijn leven zou worden. Er volgden romantische wandelingen in de toenmalige dreef die nu de Nieuwe Lei heet. Het was hun grote droom dààr ooit te kunnen wonen en dat is hen mettertijd gelukt wat hem bijzondere voldoening schonk.
Hij kon, na het werk bij Gevaert, urenlang bezig zijn in de tuin tussen groenten en fruit, kippen en konijnen waar hij alles van kende. Twee kinderen werden geboren wat hem met grote vreugde en trots vervulde.
Overal waar mensen samen zijn was hij te vinden en in het sociale leven stonden Frans en Julia op de eerste rij: de bodega, de kaartclub, de reisclub, ziekenzorg, het zangkoor, atletiek en het voetbal waar hij op zijn eenenzestigste nog een laatste wedstrijd speelde. Wij herinneren hem ons temidden de mensen aan goedgevulde tafels met een stevig glas voor zich, genietend van een sigaret, honderduit pratend.
Zijn huis stond altijd open, het was de zoeten inval, iedereen was welkom. Met Nieuwjaar leek het telkens weer of er was een extra café open in Mortsel bij de Verstraetens. Maar het was veel meer dan dat: vaak werd het huis voor lange tijd, soms zelfs jaren, opengesteld voor familie of vrienden in nood die dan bij hen introkken en waarmee lief en leed gedeeld werd. Dat is de ware gastvrijheid, dat is écht delen en mee de last van de ander dragen zonder in de eerste plaats aan zichzelf te denken.
De laatste tien jaar was er de intense genoegdoening om de kleinkinderen Nina en Robbe. "Het beste wat ons ooit had kunnen gebeuren" zegde hij dikwijls en die twee liepen hem constant door heel de tuin achterna en leerden zo iets te planten en te verzorgen.
De laatste jaren was er dan de neergang, het langzame wegglijden, het alzheimeren zoals ze nu zeggen. Wij zijn blij dat wij hem thuis konden houden en verzorgen, hoe moeilijk dat bij momenten soms ook was. De balans is voor ons positief en heeft ons veel geleerd en rijker gemaakt en tot op het eind was er altijd volk over de vloer, zoals vorig jaar bij het vijftigjarig huwelijksjubileum van Frans en Julia, of dit jaar bij Robbe's eerste communie. En zo zullen wij hem blijven zien: tussen de mensen, lachend, voor iedereen openstaand en nooit klagend.
Frans, schone Frans, wij zullen je nooit vergeten. Wij kúnnen je nooit vergeten.

(het volgende maakte ik voor het bidprentje)

In géén tijd kon het gebeuren
dat we je s'ochtends wasten
en plots was jij er niet meer.

Nu hebben wij alle tijd van de wereld
om aan jou te denken
in jouw wereld zonder tijd -
maar stil nu ...
alles is zo goed geweest.


28/9/01

Geen opmerkingen:

Een reactie posten