dinsdag 12 juni 2012

In memoriam Fred Coudyzer

Im memoriam Fred Coudyzer


Op dinsdag 29 mei was Fred nog bij mij in de winkel en hadden wij een aangenaam gesprek waarin ik hem ook kon melden dat ik hem in het voorlaatste hoofdstuk van het boek over mijn winkel een uitgebreid eresaluut had gebracht met naam en toenaam. Dit deed hem duidelijk veel plezier en nu biedt het mij troost dat ik hem dit in ons allerlaatste gesprek heb kunnen zeggen.

De volgende dag werd hij onwel in zijn zaak in de Hoogstraat en een ambulance bracht hem naar het hospitaal dat hij niet meer zou verlaten.

Wat volgde was een snelle, pijnlijke aftakeling met op 6 juni, toevallig ook de sterfdag van mijn eigen vader, het overlijden in de ochtend. De familie was uiteraard die hele tijd bij hem gebleven. Dit hele proces ga ik niet schetsen; de intimi kennen het en voor de vrienden en kennissen moeten deze treurige details niet uitgebreid beschreven worden.

Beter is het stil te staan bij het leven van deze merkwaardige, zachtaardige man.

Op jonge leeftijd begon hij, zoals zo velen toen, te werken bij AGFA-Gevaert te Mortsel. Hij zou er 20 jaar blijven, met Millie trouwen en twee kinderen krijgen die hij tot de laatste dag in de watten legde. Op de duur wou hij toch nog wat anders en begon hij boeken te verkopen op markten zoals de Vogelmarkt en een plein in Gent - dat laatste zou hij overigens blijven doen tot een eind in de jaren negentig.

Dan, begin jaren tachtig, startte hij zijn zaak aan de Boterlaarbaan in Deurne waaruit hij enkele jaren later twee deuren verder verhuisde naar een aangekocht pand en hij zou 31 jaar lang boekhandelaar zijn.

Ikzelf opende mijn zaak in 1986 en al snel leerde ik Fred kennen en begon ik zijn winkel te frequenteren, samen met zowat elke andere tweedehands boekhandelaar of antiquaar uit het Antwerpse en ver daarbuiten.

Fred maakte veel reclame en had daardoor een indrukwekkende inkoop zodat er altijd wat nieuws was en de handelaren waaronder ikzelf, soms meerdere malen per week langskwamen en met massa’s boeken weer vertrokken. Dit was voor iedereen voordelig en wat Fred merkwaardig maakte was dat hij een eerlijke prijs bood voor wat hij aankocht. Dit is in de tweedehands en zelfs antiquarische handel lang niet gebruikelijk en de slechte reputaties op dat gebied zijn dan ook legendarisch. Dus als mensen mij partijen boeken aanboden die mij niet, of slechts gedeeltelijk lagen, kon ik ze altijd met een gerust hart naar hem doorsturen omdat ik wist dat ze dan ten minste niet bedrogen werden en de klachten uiteindelijk niet weer bij mij belandden.

Fred werkte dus op ruime omzet en kwantiteit, maar de kwaliteit die de anderen aanboden haalden ze toch maar al te vaak bij hem. Fred en ik werkten jarenlang samen aan partijen en hebben ons daar al die tijd prima bij gevoeld, zowel zakelijk als vriendschappelijk.

Toen het eind jaren negentig wat minder werd op de Boterlaarbaan besloot hij een tweede zaak te openen in de Hoogstraat en dat bleek een schot in de roos. In die winkel maakte de goedlachse Millie veel de dienst uit, ze roteerden in feite. Op een bepaald moment ging Fred ook op het internet verkopen wat natuurlijk consequenties had voor de prijzen, die dus stegen, waardoor de handelaren begonnen weg te blijven omdat het nu te duur inkopen werd. Ik heb nooit echt kunnen uitmaken of hij daarmee nu de juiste beslissing had genomen. Toch bleef ik elke week langsgaan en hij zorgde er altijd voor dat er een stapeltje voor mij opzij lag. Dat werden meer en meer vriendschapsbezoeken en momenten om bij te praten over onze beider zaken en de boekhandel in het algemeen.

Toen wij enkele jaren terug beiden met de gezondheid begonnen te sukkelen namen onze contacten toe, vooral telefonisch dan, we waren oude rotten die geen geheimen meer hoefden te hebben voor elkaar en er groeide een grotere empathie die zeer aangenaam was.

Fred was een werker, en wat voor één ! Altijd in de weer, in zijn winkels stonden geen stoelen, hij zou er niet aan gedacht hebben te gaan zitten want er moest gewerkt worden, en dat dééd hij, zelfs in die mate dat het mij zorgen baarde en ik hem jaren aan de kop zeurde om het kalmer aan te doen en eens op verlof te gaan maar dat stond lange tijd niet in zijn woordenboek. Alleen de laatste jaren begon hij het er gelukkig een beetje van te nemen; de donderdagse etentjes met Millie waarbij al eens een dure fles gekraakt werd, de korte verlofjes aan zee, de fietstochten. En je zag hem leren genieten.

De laatste weken hadden wij veel intenser contact, veel praten, nader tot elkaar komen in onze problemen waarbij hij me echt steunde bij het afsluiten van mijn zaak en dit maakt het mij nu zo moeilijk deze woorden te schrijven ter nagedachtenis van een vriend van jaren terug.

Ik besluit met een anekdote over Fred’s diepe hekel aan plechtigheden zoals communiefeesten en begrafenissen. Bij deze laatste was het zo dat hij Millie naar kerk of crematorium voerde voor de dienst terwijl hij buiten bleef ronddrentelen of een ommetje maakte.

Dierbare vriend die wij allen zo zullen missen, niets zou ons liever geweest zijn dan dat jij ons allen met een grote bus hierheen had gereden om dan buiten te staan wachten tot wij er hier stilaaan genoeg van hadden. Kon het maar zo zijn ! Met een loodzwaar hart en tranen in en achter de ogen zeggen wij je nu vaarwel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten