maandag 30 mei 2016

Schauvliege

GROOT NIEUWS. Joke Schauvliege gaat op buitenlandse missie en wel naar Californië waar die onnozele sequoia's nu al duizend jaar in de weg staan. Daar moet iets aan gedaan worden en die watjes van Amerikanen kunnen dat niet, dus Joke springt dapper in de bres en schreeuwt haar slogans 'Waar een wei was komt een weg, waar een bos was komt een baan', dat zal ze leren, zij hebben daar trouwens een uitdrukking voor 'talking through your ass', en geloof me, Joke kan dat als geen ander. Eindelijk licht aan het eind van de vervloekte sequoia-tunnel, duizend jaar verdomme, het moet gedaan zijn.

zondag 29 mei 2016

Engels

Ik keek gisteravond naar het formidastische No direction home van Martin Scorcese over Bob Dylan die zich uitgebreid liet interviewen en weer was ik blij dat toen ik zestien was Like a rolling stone nummer één was eerder dan wat schunnige rijmelrap of drensende dj's van nu. Ik had een mono pick-upje met de luidspreker in het afneembare deksel. Dagen en weken speelde ik de platen van Dylan onafgebroken en noteerde de teksten zo goed en zo kwaad ik kon om ze dan later in het woordenboek op te zoeken en zo bijeen te puzzelen. Het is geen wonder dat ik dankzij die zeer intellectueel lonende inspanningen nagenoeg tweetalig ben geworden en meer Engelstalig werk in mijn bibliotheek heb dan Nederlands. Hail Bob !
Engels werd voor mij een obsessie, zelfs toen ik veertien was en in het preventorium in Den Haan verbleef probeerde ik al hits van Cliff Richard (of all people) te vertalen, het zat me in het bloed. De Dylan-studie die ik aanving voordat al die songboeken op de markt verschenen later zette zich door omdat ik  een fanatiek lezer en literatuurfreak was. Dus ging ik naar de Slegte en kocht mij de verzamelde werken van Shakespeare die daar toen voor een prikje lagen. Thuisgekomen wou ik vanaf het begin lezen en startte met The Tempest, maar helaas, het was boven mijn mogelijkheden en dat was een bittere, maar achteraf, begrijpelijke vergissing. Ik begon met het woordenboek bij de hand Steinbeck (The pearl etc.) en Caldwell te lezen en dat ging wél. Maar dan werd ik weer door ambitie gegrepen omdat ik van mijn prof literatuurgeschiedenis, de onvolprezen Firmin Mortier geleerd had dat Ulysses van James Joyce het belangrijkste boek van de eeuw was (correct !) dus ik spaarde om het te kopen. Het koste 600 frank en ik kreeg 50 frank 'zondag' dus je begrijpt wat een inspanning dat was. Ik kwam thuis met het boek en ik wou het in een gewijde stemming beginnen lezen als een intellectuele hoogmis, maar helaas, dat Engels was totaal onbegrijpelijk voor mij en dus onderging ik weer een bittere vernedering. Pas een kleine vijftien jaar later probeerde ik het opnieuw en nu was het één groot feest, in de jaren tachtig en negentig heb ik het boek zeven keer gelezen (vijfmaal in het Engels en twee verschillende Nederlandse vertalingen) en toen ik mijn antiquariaat begon noemde ik het Joyce Royce omdat Joyce & co (naar Shakespeare &co in Parijs) benomen was door een Nederlands vertaalcollectief. Mijn liefde voor het Engels is er altijd gebleven en de Engelsen die met mij scrabble hebben gespeeld hebben het geweten. Deze blog is dan ook grotendeels Engelstalig. Suits you sir !

zondag 22 mei 2016

Europa

Ik las een stuk over verslaafde psychiatrie-patiënten in De Standaard Weekblad (altijd top !) waarin een man geciteerd werd (bij benadering) 'Ik was misschien een zonnekind dat vaak te dicht bij de maan wou zitten'. Mooie zin, en dezer dagen heb ik hetzelfde gevoel rond Europa, Amerika enzomeer. Iedereen schijnt Europa beu te zijn, iedereen schijnt de democratie beu te zijn, iedereen wil iets anders maar weet niet wat, In Frankrijk staken ze tegen een wet die in feite in hun voordeel is maar ze komt van Hollande DUS ze is slecht en we steken een politieauto in brand en willen politieagenten vermoorden, een betoger die wil tussenkomen wordt ineengeslagen, waarschijnlijk voor een toekomstige betere wereld waarin willekeurig geweld fijn is zolang het tegen 'de regering' is die uiteraard, persé fout is. Hongarije kleedt de democratie uit, Polen ook, Oostenrijk staat op het punt een crypto-fascist te verkiezen, wat Rusland betreft weten we hoe laat het is, wat Turkije en China betreft ook en in Zuid-Amerika gaat de zon ook onder en dan gaan de Britten onder leiding van, en ik citeer een Britse komiek 'an idiot impersonating an idiot' namelijk Boris Johnson hun eigen heilloze koers varen en het Europese project kelderen. Ik denk dat wij, en vooral onze kinderen en kleinkinderen er erg slecht voorstaan en dat wij zeer goed moeten uitkijken. Met staatsondergravers en haatzaaiers als Dewinter en De Wever (weinig verschil in feite) staan wij er ook al slecht voor, dus als je je democratische rechten wil gerespecteerd zien moet je nu echt wel beginnen wakkerworden en scherp uitkijken voor het te laat is.
Naschrift n.a.v. een facebookcommentaar:  Toch is het zo dat onze generatie in een ongelofelijke historische periode heeft geleefd na de Tweede Wereldoorlog waarin ook een enorme rijkdom werd gegenereerd, in Europa dan toch, en een zekere zorgeloosheid cfr de hippies waarvan ik deel was, maar de zogenaamde baby-boomers die nu worden afgeschilderd als profiteurs (count yourself in ) hebben wel een enorme bijdrage aan die welvaart geleverd en aan de groene beweging, het feminisme, de gelijkberechtiging van holebi's en noem maar op en nu moet dat alles op de schop van de neo-natioinalistische nihilistische democratieverdelgers en dat zit mij dwars want in mijn opsomming van daarstraks heb ik Afrika (oh dear, look at the Kabila- and Zuma etc monsters) het totaal vermaffiaseerde Italië en noem maar op, god, woorden schieten mij te kort.

woensdag 18 mei 2016

Stilte


 
 
Nu ik sprakeloos ben en zwijg
Gaan al die stiltes over jou
Al die grote gaten in de lucht
Alles in details onuitgesproken
En als een onzichtbare spiraal
Cirkelt al dat zwijgen rond
Wie en wat en waar je bent
 
Op mijn bureau liggen stapels papier
Maagdelijk en onbeschreven
Maar toch zwanger van je schaduw
Eigenlijk zijn ze al een boek
Een uitputtende beschrijving
In zinnen en letters van lucht
Ik zie het helemaal voor me

woensdag 4 mei 2016

Boek

Ik las tot tweederden uit van A little life van Hanya Yanagihara maar nu geef ik het op. Op het nieuws zien we dagelijks miserie en geweld maar de ergste beelden blijven ons bespaard en je maakt er ook wat abstractie van omdat je anders niet kunt voortleven. Maar als je in een goed geschreven boek met je neus op ijselijk kindermisbruik wordt geduwd en wel in die mate dat je er fysiek onwel bij wordt is de literatuur plots een martelkamer. Ik was er zo van ontdaan dat ik ben moeten stoppen met lezen en het boek bij het oud papier heb gelegd. Normaal doe ik dit nooit, ofwel houd ik een boek bij ofwel geef ik het door aan vrienden maar nu had ik het gevoel dat het een vergiftigd geschenk zou zijn dat mij achteraf niet in dank zou worden afgenomen. Ik denk dat ik nu iets vrolijks wil lezen of een onbeduidende thriller ofzo.

maandag 21 maart 2016

Jeugd (3)


Jeugd (3)

 

Zoals alle kinderen in de jaren vijftig was ik verslingerd aan Suske en Wiske. Dat waren toen nog krachtige volkse verhalen in tegenstelling tot pakweg halfweg de jaren zestig toen het meer een parochieblad werd met die irriterende allitererende titels. Mijn vader was ook fan en kocht elk nieuw album zodra het uitgebracht werd. Hij ging dan heel traag zitten lezen aan tafel, het boekje afschermend zodat ik niet kon meekijken en ik stond letterlijk te springen van ongeduld en frustratie om zoveel onrecht. Als hij er dan eindelijk mee klaar was bleek dat we aan tafel moesten zodat ik tot na het eten moest wachten vooraleer mij op het begeerde kleinood te mogen storten. Ik geef toe, echt sadisme is dit misschien niet maar wie doet nu zoiets met een kind in godsnaam ?

Mijn vader was hoofdmeetkundige schatter van het kadaster in Lier en als dusdanig één van de notabelen van het dorp waar hij in alle café’s een bekend gezicht was maar soms misdroeg hij zich en dan kréég hij op zijn gezicht. Daar mocht dan uiteraard niks over gezegd worden.

Soms was hij inventief zoals met onze hond, een cocker-spaniel genaamd Pukkie die ervan hield te ontsnappen om zich in slijk en stront te gaan wentelen in de velden. Als hij dan terugkwam mocht hij uiteraard niet binnen en mijn vader had een soort harnas gemaakt waarin hij de hond aan de pomp ophing die tegen de zijkant van het huis stond en dan maar pompen tot het beest, dat dit helemaal niet leuk vond, weer netjes was.

Mijn moeder raakte terug zwanger maar het liep verkeerd en, zoals ze toen zeiden;’alles moest afgenomen worden’ (hysterectomie). Tijdens haar lange herstelperiode werd ik bij de grootouders van moederskant uitbesteed en daar zou ik nog veel komen want het huwelijk liep ondertussen zo fout dat het tot een soort van proefscheidingen kwam waarbij moeder en ik voor kortere of langere tijd bij haar ouders introkken. In de conservatieve jaren vijftig was dit ongehoord natuurlijk en ik was blij  dat ik niet meer in Boechout naar school ging en zo de hoon kon ontlopen.  

De sfeer was gespannen en mijn vader begon zich te verwaarlozen, zo ging hij niet naar de tandarts hoewel hij erg sukkelde met zijn gebit omdat ‘het toch de moeite niet meer was’ – hij was toen achter in de dertig.

Soms nam hij me mee naar het voetbal in Lier waar hij voor Lyra supporterde wat mij van de weeromstuit tot een fanatiek supporter van Lierse deed transformeren.

Op 6 juni 1960 deed hij zijn gewone zondagse comazuipkroegentocht en bij het verlaten van café De Lantaren, nu afgebroken, stak hij over achter de bus Lier-Antwerpen, werd gegrepen door een Duitse toerist en moet nagenoeg onmiddellijk overleden zijn.

Ik werd niet op de hoogte gebracht want alles was plots zeer hectisch en ik werd te slapen gelegd bij mijn beste vriend die op nauwelijks honderd meter van de plek van het fatale ongeluk woonde…bizar.

De volgende dag moest ik natuurlijk veel huilen misschien nog meest omdat dit van mij verwacht werd en dan was er de drukte van de begrafenis en het aan- en aflopen van familieleden die zich over mijn moeder ontfermden en zich bang afvroegen hoe zij, een gewone huisvrouw zonder diploma’s, het nu moest gaan redden alleen met die kleine.

Dat kwam met wat hulp allemaal goed en in de volgende weken en maanden daalde er een rust over ons huis neer en een grote opluchting. Wij hadden geen angst meer en voelden ons bevrijd.

vrijdag 18 maart 2016

Jeugd (2)


Jeugd (2)

 

Ik werd naar de kleuterschool van ‘de nonnekens’ gestuurd, wij noemden dat ‘de papschool’. Of we nu les kregen van nonnen of gewone juffen weet ik niet meer, waarschijnlijk een combinatie van de twee. We moesten elke morgen bidden (kinderen van 3 à 4 jaar begot) en later op de gemeentelijke jongensschool was dat ook het geval.

De gespannen toestand bij ons thuis maakte van mij een vrij onhandelbaar kind dat bij de juffen niet erg geliefd was. Het kwam zelfs zo ver dat wanneer we met de hele klas gingen wandelen, ik helemaal vooraan moest lopen en de kinderen achter mij mochten me schoppen – ik fantaseer dit niet, het opvoedingsproject van de fifties verschilde wel een tikkeltje van dat van vandaag. Er waren soms ook leuke dingen zoals wandelingen in de mooie dreef voor het kasteel van Moretus. De vroege jaren vijftig waren tijden van na-oorlogse schaarste en er werd op de kleintjes gelet. Dus het gras tussen de bomen werd gemaaid en in hooibergen opgetast waarin het heerlijk spelen was. De kinderen plukten ook met z’n allen bloemen voor de juf die de onhandige boeketjes dan in vaasjes en glaasjes op haar lessenaar zette en daarna waarschijnlijk zo snel mogelijk wegwierp. Mijn onhandelbaarheid werd intenser en culmineerde in een incident dat er zou toe leiden dat ik waarschijnlijk één van weinige kinderen ooit ben geweest die van de kleuterschool werd getrapt. De juffen leerden ons breien met een soort houten plankje waarin nagels waren geklopt waartussen we de wol moesten weven tot iets dat dan een sjaal moest worden en op een dag liep een conflict tussen de juf en mij zo uit de hand dat ik haar met mijn breiplankje tegen de knie sloeg zodat er bloed kwam te vloeien. Dat was het einde van mijn passage in de papschool.

Ik kwam dus een jaar te vroeg aan op de jongensschool en werd natuurlijk gepest. Er werden na de gebeden ook regelmatig straffen uitgedeeld zoals met de blote knieën op de aluminium rand van de ‘tree’ zitten met de handen boven het hoofd. Sommige leraren hielden er ook van je te dwingen je hand op hun lessenaar te leggen waarna ze er met een liniaal hard op sloegen, of ze trokken je bij de wang uit je bank en zetten je dan letterlijk in de hoek met een ezelshoed op. Sweet memories, but only for masochists.

Ondertussen was de schoolstrijd losgebarsten waar wij kinderen natuurlijk niks van begrepen maar ik hield er wel de scheldnaam Boelard-Collard (naar de toenmalige socialistische minister) aan over (Boelarekke-Collareke ad infinitum) wat mij boos maakte omdat ik echt niet wist waarover het ging. Mijn vader heeft dan besloten om mij na dat schooljaar naar het atheneum in Mortsel te sturen wat ik best okee vond, ik had het toen even wat gehad met mijn dorp.