vrijdag 18 maart 2016

Jeugd (2)


Jeugd (2)

 

Ik werd naar de kleuterschool van ‘de nonnekens’ gestuurd, wij noemden dat ‘de papschool’. Of we nu les kregen van nonnen of gewone juffen weet ik niet meer, waarschijnlijk een combinatie van de twee. We moesten elke morgen bidden (kinderen van 3 à 4 jaar begot) en later op de gemeentelijke jongensschool was dat ook het geval.

De gespannen toestand bij ons thuis maakte van mij een vrij onhandelbaar kind dat bij de juffen niet erg geliefd was. Het kwam zelfs zo ver dat wanneer we met de hele klas gingen wandelen, ik helemaal vooraan moest lopen en de kinderen achter mij mochten me schoppen – ik fantaseer dit niet, het opvoedingsproject van de fifties verschilde wel een tikkeltje van dat van vandaag. Er waren soms ook leuke dingen zoals wandelingen in de mooie dreef voor het kasteel van Moretus. De vroege jaren vijftig waren tijden van na-oorlogse schaarste en er werd op de kleintjes gelet. Dus het gras tussen de bomen werd gemaaid en in hooibergen opgetast waarin het heerlijk spelen was. De kinderen plukten ook met z’n allen bloemen voor de juf die de onhandige boeketjes dan in vaasjes en glaasjes op haar lessenaar zette en daarna waarschijnlijk zo snel mogelijk wegwierp. Mijn onhandelbaarheid werd intenser en culmineerde in een incident dat er zou toe leiden dat ik waarschijnlijk één van weinige kinderen ooit ben geweest die van de kleuterschool werd getrapt. De juffen leerden ons breien met een soort houten plankje waarin nagels waren geklopt waartussen we de wol moesten weven tot iets dat dan een sjaal moest worden en op een dag liep een conflict tussen de juf en mij zo uit de hand dat ik haar met mijn breiplankje tegen de knie sloeg zodat er bloed kwam te vloeien. Dat was het einde van mijn passage in de papschool.

Ik kwam dus een jaar te vroeg aan op de jongensschool en werd natuurlijk gepest. Er werden na de gebeden ook regelmatig straffen uitgedeeld zoals met de blote knieën op de aluminium rand van de ‘tree’ zitten met de handen boven het hoofd. Sommige leraren hielden er ook van je te dwingen je hand op hun lessenaar te leggen waarna ze er met een liniaal hard op sloegen, of ze trokken je bij de wang uit je bank en zetten je dan letterlijk in de hoek met een ezelshoed op. Sweet memories, but only for masochists.

Ondertussen was de schoolstrijd losgebarsten waar wij kinderen natuurlijk niks van begrepen maar ik hield er wel de scheldnaam Boelard-Collard (naar de toenmalige socialistische minister) aan over (Boelarekke-Collareke ad infinitum) wat mij boos maakte omdat ik echt niet wist waarover het ging. Mijn vader heeft dan besloten om mij na dat schooljaar naar het atheneum in Mortsel te sturen wat ik best okee vond, ik had het toen even wat gehad met mijn dorp.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten