vrijdag 14 april 2017

Bezoekster

Een vriendin die ik lang niet gezien had kwam langs. Ze wist zelfs niet dat ik januari en februari in het ziekenhuis had doorgebracht. Ze zei geschokt te zijn dat ik er zo slecht uitzag. Ikzelf zie elke dag een oude man in de spiegel maar merk geen verandering. Zij dus wel en ze bleef dat maar herhalen. Toen ging ze over op euthanasie en dat ik vroeger toch altijd gezegd had dat ik bij problemen er een einde zou aan maken. Ja maar dat was toen, nu is het te dichtbij en wil ik nog eenmaal de lente en de zomer zien, ik ben er niet klaar voor. Ze zag dat ik moe werd en vertrok. Ik denk niet dat ze ooit een carrière in de diplomatie moet nastreven. Over de lente gesproken, in mijn groene gemeente barst die nu helemaal los. Straten en parken die tot voor kort schraal en troosteloos waren breken nu open in een lieflijke aanval van levenslust en pril groen. Je zou een dier willen zijn en  in die bomen klimmen om dat frisse groen op te eten. Wat een pracht toch elk jaar

woensdag 8 maart 2017

Ziek




 

Zeven jaar geleden werd bij mij onomkeerbaar longenfyseem (COPD IV) vastgesteld. Ik was al zo dikwijls gestopt met roken of had het geprobeerd, maar nu, te laat dus, was het plots heel makkelijk. Langzaam verergerde mijn toestand zodat ik vijf jaar geleden mijn zaak moest opgeven omdat ik de energie niet meer kon opbrengen. Geleidelijk vielen veel dingen weg. Dertig jaar lang ging ik haast elke avond naar het Sfinkscafé maar dat stopte nu en lange autoritten, dus ook reizen waren nu uit den boze zodat ik mij moest beperken tot dagelijks cafébezoek in  de namiddag waar ik  ging zitten lezen en met de ene of de andere een praatje sloeg. Het leven werd klein. Eind vorig jaar op 30 december moest ik ondersteund naar mijn auto gebracht worden en spendeerde de volgende dagen op de zetel . Met Nieuwjaar kon ik zelfs mijn moeder niet bezoeken die hier 200 meter vandaan in een zorgtehuis zit.Op 2 januari belde ik met de dokter en er werd besloten dat ik een zoveelste cortisone-kuur zou proberen. Twee dagen later werd ik ’s ochtends wakker, ik had op mijn rechterzij geslapen en draaide mij nu op mijn linker. Dit koste echter zoveel inspanning dat ik de volgende 20 minuten naar adem happend rechtop in bed zat aldoor een puffertje gebruikend en ik wist dat ik naar het hospitaal moest. De dokter kwam vrij snel, ze schreef een  verwijzing om mij bij de Spoed aan te melden en vrienden brachten mij daarheen.

Twee dagen  later verslechterde mijn toestand in zulke mate dat ik naar de intensive care moest maar die was in het Mortselse St.-Jozefziekenhuis volzet dus zou ik per ambulance naar St. Vincentius in Antwerpen gebracht worden. Wachtend op de ambulance liep het helemaal fout en beleefde ik het kwaadste uur van mijn leven. Ademen was nagenoeg onmogelijk en ik kreeg hartritmestoornissen, ik zat zo in het nauw dat ik luidop begon te kreunen, huilen bijna en binnen de kortste keren stonden er 8 of 9 dokters en verpleegkundigen rond mij die elkaar hulpeloos aankeken terwijl ze me inspoten met al waar ze konden aan denken. De ambulanciers van St. Vincentius waren ondertussen gearriveerd maar weigerden mij in die toestand te vervoeren en in dat pandemonium zat er een verpleegster bij mijn oor sussend te fluisteren van ‘Rustig meneer, rustig inademen, rustig uitademen’ en die bleef maar doorgaan, gelukkig voor haar had ik de kracht niet om haar te slachten.

Uiteindelijk was ik dan voldoende gekalmeerd om naar Antwerpen gebracht te worden waar ik vier dagen op de intensive care verbleef en met alle zorgen omringd werd wat mij een zeer veilig gevoel gaf. Vervelend was wel dat  24 op 24 om de 2 uur mijn bloeddruk werd gemeten, maar bon. Zowel hier als in St. Jozef genoot ik zeer veel zorgzaamheid, vriendelijkheid en aandacht wat erg goed doet als je zo machteloos bent.
Ik moest verschillende antibiotica en grote dosissen cortisone nemen en kreeg zware cortisone-uitslag die zelfs soms een wonde werd en behandeling vergde.

Terug in Mortsel trad er geen verbetering op en lag ik weken op bed, naar toilet gaan ging niet omdat de 3 meter afstand niet te overbruggen was. Ik had tien dagen  lang verstopping zodat ik niet de vernedering van de bijgestane stoelgang in bed moest ondergaan. Met het urinaal had ik gelukkig geen probleem.

Op een dag kwam de dokter binnen die zei dat hij een ietwat delicate vraag moest stellen . Hij legde uit dat hij 3 dagen vervangen zou worden en vroeg of ik in nood voor euthanasie dan wel voor therapeutische hardnekkigheid zou opteren. Ik zei dat op mijn RWS-papieren uitdrukkelijk vermeld was geen hardnekkigheid te betrachten maar realiseerde mij ook wel dat hij zo’n vraag niet zou komen stellen aan iemand die daar met een gebroken been  lag. Het werd een vreemd weekeinde; ik voelde nauwelijks iets, geen angst, geen paniek, geen lust tot bidden ofzo alleen een gelatenheid die onaangenaam aanvoelde. Maar je hebt geen keuze, lijdzaamheid is de enige optie. Ik keek op mijn uurwerk, ha, zondagmiddag en ik ben er nog. Zo ging dat een paar dagen tot ik marginaal beter werd in de mate dat ik naar het toilet kon maar dat was het dan ook, ik was zo zwak dat ik 6 weken lang mijn  tanden niet gepoetst heb of mijn baard getrimd. Er werd regelmatig gevraagd of ik nog niet naar huis wilde (er was plaatsgebrek door de griep-epidemie) en wil was er genoeg maar in die toestand als alleenstaande  je plan trekken leek mij niet evident en nu ik een week thuis ben klopt dat ook.

Eén pluspunt; ik haat de winter en door mijn twee maanden in het ziekenhuis heb ik hem ditmaal gemist terwijl iedereen maar kwam klagen dat het berekoud was.

En nu ga ik met moeite weer elke dag naar het café, iets waar ik heel de tijd van gedroomd had en lees, sla een babbeltje en nip aan een Duvel. Proost.

maandag 31 oktober 2016

Billy Connolly

Gisteravond keek ik met genoegen naar het hartverwarmende treinprogramma van Billy Connolly, de man met de bruisende jongensachtige humor en het intens warme hart en inlevingsvermogen. Het kwam wel een beetje als een schok hem na zijn Parkinson zo verouderd te zien maar hij hield er de moed en de 'mood' wel in hoor. Ik volg die man al jaren en heb heb hem nooit een stap verkeerd zien zetten en ja, die aanstekelijke humor waar hijzelf nog het meeste plezier lijkt aan te beleve...n ! Ik zou zeggen, zet hem aan een wankel tafeltje en laat hem het telefoonboek voorlezen en ik blijf kijken en gniffelen, samen met hem. Long may he run.
Het was wel nodig na het nieuws waar we nog maar eens de goocheme huichelaar Trump aan het werk zagen waarmee we eerst moesten lachen maar die nu dreigender en dreigender komt opzetten met hulp van zijn incompetente opponente en het hele al zo wankel democratische bestel in de States in gevaar brengt, en daarmee de hele wereld, je wordt er gewoon depressief en angstig van. Dan kregen we ook nog de ondertekening van het zeer terecht gecontesteerde CETA te zien waar Trudeau en Tusk zich fatsoenlijk gedroegen maar dan kwam de vroegere Luxemburgse minister van Fraude en nu totaal ruggegraatloze commissievoorzitter en vooral fulltime alcoholicus België, maar in feite Wallonië en iedereen die democratisch voor zichzelf wil denken, even voor schut zetten. Een schande gewoon, dus Billy Connolly was meer dan welkom en broodnodig.

zaterdag 17 september 2016

Joyce Royce

Zopas verschenen bij De Carbolineum Pers: de Winkelanekdotes van Hugo Boelaert (antiquariaat Joyce Royce). Mooi gebonden, genummerd en geïllustreerd, 120p., 40 euro plus (evt) 6 euro verzendkosten. Bestellen via boris.rousseeuw@telenet.be
LeukMeer reacties weergeven
Reactie
Reacties
 Ik zit, zoals velen weten, elke namiddag te lezen in café Kalifornia, daar kan je dus ook het boek afhalen en spaar je de verzendingskosten, en meer belangrijk, dan zien we elkaar nog eens. Wel even voor alle zekerfheid een telefoontje naar 0472466908, en geloof me, het is een goed boek !!! en mooi !!!

donderdag 8 september 2016

Still a child

I'm still a child
my mind runs wild
I  can still give away things for free
and when they say maturity
it's just another myth to me
no reality
I'm still a child
and my heart is mild


      I ain't talking 'bout no world of wonder
      I ain't saying that I won't go under
      as a child


I'm still a boy
I still take joy
in spying castles in the clouds
in greeting friends with silly shouts
not knowing what life's all about
and I don't want out
no I don't want out
 I'm still a boy
and my heart is coy


refr.


31/12/80

zondag 7 augustus 2016

Angst

Vannacht stond ik op voor een toiletstop en belande plots in een totaal andere 'realiteit'; ik stond voor een glashard zwart vlak en er was niks meer, geen van mijn honderduizenden herrineringen, geuren, geluiden, ervaringen, alles was weg , en achter mij , in het verleden , net hetzelfde, links en rechts van mij, het laterale belevingsgeheugen zeg maar, leeg en leeg en leeg maar ik had nog bewustzijn maar bewustzijn van wat, gelukkig heeft die toestand niet lang geduurd maar stel je voor dat dit onze toekomst is, dan heb ik nog liever kanker ofzo want dat was onbeleefbaar, ik tril er nog van na en het maakt mij angstig

maandag 25 juli 2016

Irmgard Keun

Ik las 'Kind van alle landen' van de Duitse schrijfster Irmgard Keun (1905-1982) die midden jaren dertig een stormachtige verhouding had met Joseph Roth in Oostende. Het verrukkelijke boekje is geschreven vanuit het perspectief van het tienjarige meisje Kully die een erg bijdehante meid is met ongewone invalshoeken bij haar kijk op de verwarrende volwassenenwereld. Sommige ervan doen je plots helemaal anders naar je eigen volwassen werkelijkheid of wat ervoor doorgaat kijken.... De vader is min of meer op Roth gemodeleerd en maakt van alles een (financiële) puinhoop. De moeder ondergaat alles en klampt zich vast aan de dochter die erg om haar bezorgd is. Zo is er een grappige en tegelijk intriestige passage waar de vader en de dochter in New York zitten maar de moeder heeft de boot gemist. Kully weet dat ze niet alleen kan slapen en tracht haar vader te overhalen een telegram naar zijn Nederlandse uitgever te sturen zodat die bij haar mama kan slapen zodat ze niet verdrietig is, een oude vriendin komt misschien ook in aanmerking maar die ruikt niet lekker. De vader staat hier uiteraard zeer weigerachtig tegenover wat het begripsvermogen van Kully die niet doorheeft wat het volwassen samenslapen inhoudt, overstijgt. Dit is een erg fijn boek van een schrijfster die begin jaren dertig twee Europese bestsellers schreef maar vluchtte voor de nazi's en daarna totaal onterecht in de vergetelheid sukkelde. Ik zou dit niet laten liggen.